kunst en kunsteducatie
kunst en kunsteducatie
VOGELTJESWEI
De vogeltjeswijk is een buurt in Amsterdam zuidoost waar eerst het aanloopcentrum was met wat essentiële winkels. Later lag het terrein braak en werd het gebruikt om zangwedstrijden te houden met tropische vogeltjes. Toen er huizen gebouwd werden kregen de straten de namen van die tropische vogels. De wijk grenst aan het Nelson Mandelapark.
Ik weet het niet
Gras en sprieten, klein oranje spikkeltje
jou daar tegen komen
Stop, stil, wacht, kijk, daar rijdt de trein naar Amsterdam
Lijnen in het landschap
De dijk en het kanaal, recht tot aan het IJ
De eend die overvliegt,
Ik heb nog niet genoeg van waterlelies
Een lange rij beweegt, koeien op weg naar de stal
Het nog niet gemaaide gras is grijs en bruin en groen en geel
De mens wikt, god beschikt, je komt er langs, boter kaas en eieren, een spel dat je kunt eten
bocht in de weg, bomen er langs, drie eenden
en die reigers
Stel je voor
de wind te voelen
de lucht van het gras te ruiken
kom,
sta op
komt er nog een vogel langs?
De reiger schrikt en krijst, vliegt op, het regende en nu ruikt alles anders
lucht langs je handen
kleine waterdruppels,
vlekjes op de weg die weer verdwijnen
hoeveel kleuren zijn er?
Lucht langs je handen, dat plekje in de holte van je voet
Warme trilling, bochtig paadje, hoezo: het gras is groen
Stop voor de dreiging, rode scharen, daar vliegen de gedachten
Grijs, waar naar toe
Twee molens
Witte plekken in het water
ruimte, adem, lucht en verte
Stralende winter, glad ijs
Lachende mensen
Krassende geluiden en muziek en de lucht van chocolade
Er zijn veel mensen onderweg
Zilverwitte golfjes.
Wat je het niet ziet, is dat er wel?
Wind en lucht met veren
De torens van Abcoude
Er zijn veel mensen onderweg
Doe een stap opzij
Iets raakt je
Abcoude is daar in het licht
Zon
Bijna windstil, blaadjes bewegen niet
Takjes op de grond
“Lust” en “Vreugd” zo heten hier de huizen
Een stenen poort
Sporen van toen, hier waren eerder mensen
Ze hebben hier een bankje neergezet
Bij het fort de vissers
Een reiger landt en vliegt daarna weer verder
Weet je nog toen het zo warm was.
Kinderen spelen in het water,
bootjes, mensen lachen, praten,
Toen er opeens zoveel weer mocht.
De zon op je gezicht
Even onthouden
Flitsen, gedachten, woorden, geen lange zinnen
Er loopt iemand voorbij,
voeten, een vogel ergens
kijk, die lucht, een beetje donker
Straks kom je langs een drukker stukje, warme wangen
Toen de zon nog scheen werd hier gelachen
Nu de knoppen voor het nieuwe jaar
Bijna bij het bruggetje, erover deze keer
Daar is de witte brug weer
Vertel over het licht, de ruimte en de stilte
De bloemen en de planten, de bomen en dat gras
En wie zei er dat water blauw is en gras groen
Schaduwen van toen, schuifelende schimmen
De wilg spreidt zijn takken tot een man zijn wilde haren knipt
Het groen verstopt het geel en bruin
Sta je wel stil soms?
Daar is het weer, het gele eendje
Verloren door wie?
Het rust tegen een boom en wacht
Dat hoeft niet meer, ik neem je mee
Een kleur
Misschien was die er altijd al, nu zie je het opeens
Die kronkels, dat takje,
Hij vond dat ook altijd zo mooi
Loop langs het water, loop dan
Langs een verhaal van voeten
De weg van gedachten
Voel dan
Kijk dan
Ruik dan
Luister maar hoor je dat?
Wees stil